Zensalon
Al jaren kijk ik telkens nieuwsgierig uit naar de Zensor. Maar de aankondiging van de 91e editie maakte mijn belangstelling wel heel groot. De redactie nodigde iedereen uit een gedicht in te sturen dat van bijzondere betekenis is en daarbij in het kort de redenen te omschrijven van de keuze.
Zondag 29 september presenteerde de redactie het resultaat in de Zensalon. Vijfenveertig poëzieliefhebbers waren voor deze gelegenheid naar de zendo gekomen.
Julia Veldkamp heette ons welkom. Jesse Doornenbal hield de inleiding: ‘De schoonheid van het eenmalige, Rilke over leven en dood.’ Zijn lezing werd afgewisseld met enkele van Rilke’s gedichten die het thema illustreerden. Er werd live prachtige muziek gespeeld en gezongen.
Daarna toonden de redacteuren Remco Pijpers en Alfred Marseille – Nico Benoist kon niet aanwezig zijn - de nieuwe zensor. Hoe als je je met zorgeloosheid kon omringen, is de titel, naar een dichtregel van Bert Schierbeek. Er volgen liefst dertig inzendingen. Alfred zorgde voor de fraaie vormgeving.
De redacteuren nodigden enkele inzenders uit hun bijdragen voor te lezen. Dick Verstegen las Leven voor de vuistweg van de Poolse Wisla Szymborska. Het leven als een toneelstuk en wel een première, ‘waarin alles wat ik doe voor altijd verandert in wat ik gedaan heb’. Dick: ‘Dit gedicht laat zien dat alles wat ik doe zich naadloos voegt in de eenheid die alles draagt.’
Vervolgens droeg Meindert van den Heuvel - altijd in voor een gedicht - zijn geliefde Oude Woorden voor, van Leo Vroman:
Er is een lange droge winter nodig,
Waarin het overnoemsel wordt verkurkt,
Het spreekwoord zwijgend in een
steengrot hurkt, En buiten, in de storm,
het overbodig, Door storm verfrommeld
papier voortstormt Over de lezingloze
en verstomde grond, Jaren en jaren, tot een zacht
gevormde mond Uit regenwater
nieuwe woorden vormt.
Meindert: ‘In de Zen wordt concentratie samadhi wel vergeleken met de winter; alles wordt kaal en stil. Onze woorden verstommen, ‘verkurken’, worden droog en dor. Maar uiteindelijk komen uit dit stil worden, nieuwe woorden, ‘zacht als regenwater’.
Francine Boske las een gedeelte uit Your ancestor, van Nynke Laverman. ‘Woorden temidden van de chaos waar we niet kunnen overzien waar we mee bezig zijn… Vragen om begrip voor ons handelen aan de generaties die na ons komen. De noodzaak tot verandering. Vandaar een pleidooi voor de Ecosangha om samen te komen in Actieve Hoop.
Beate Giebner droeg het gedicht Ballade van het uiterlijke leven van Hugo Hofmannstal voor. Sinds haar achttiende draagt zij het gedicht met haar mee. Het werd besproken op haar school in Düsseldorf. De laatste regels:
Alles gezien te hebben, wat kan’t baten?
En toch zegt hij al veel, die ‘Avond’ zegt
Een woord, waaruit heimwee en treurnis vloeienAls zware honing uit de holle raten
Beate: ‘Het leven lijkt op een carrousel: alles beweegt rond, komt op en vergaat. Het lijkt zinloos: Waarom? Waarvoor?’ En dan staat er toch… Het benoemen van de avond als overgangsgebied, als tussenruimte tussen dag en nacht… Een niet te grijpen overgang. Het is als zazen, stil zitten. Het leven even serieus nemen. Zazen als een manier van ‘avond zeggen’.
Ciska Hosen Matthes bracht het gedicht So much magnificence van Kabir ten gehore. Begeleid op een Indiaas orgeltje zong zij: ‘There is so much magnificense near the ocean /Waves are coming in, waves are coming in / Halleluja.’ Als een mantra zongen we het vele malen mee.
Deze vijf voordrachten zijn representatief voor de veelzijdigheid en rijkdom van de in deze zensor opgenomen gedichten.
Vervolgens overhandigde Alfred mij het eerste exemplaar.
Deze bundel doet mij denken aan een beroemd gedicht van de Australische dichter Les Murray:
Religie is Poëzie:Religies zijn gedichten. Ze verenigen
ons daglicht-ik en onze dromende ziel, ze brengen
onze emoties, instinct, adem en aangeboren gebaren
bij elkaar in het enige hele denken: poëzie.
Niets is gezegd voor het uitgedroomd werd in woorden
en niets is waar wat alleen maar in woorden verschijnt.
De volgroeide religie is het grote gedicht in liefdevolle herhaling en moet zoals elk gedicht onuitputtelijk zijn, en volledig, met wendingen waar we vragen Waarom heeft de dichter dat nou gedaan?
Poëzie is ‘het enige hele denken’ waar de dromen en verlangens van de duistere ziel en het daglicht van emoties, fysieke functies en sociaal gedrag bij elkaar worden gebracht. Religie als het grote gedicht, dat liefdevol herhaald wordt omdat het net als het gedicht onuitputtelijk is. En zoals bij elk gedicht vol verwondering de vraag rijst: ‘dichter, waarom heb je dit geschreven? Zo wordt steeds opnieuw aan religie de vraag gesteld: waarom ben je er eigenlijk?
De zensor ligt in de zendo en kan worden meegenomen. Voor hen die geen vaste donateurs zijn wordt een donatie gevraagd, suggestie € 5 om de kosten te dekken.
Nico Tenko Roshi