Hein Stufkens

"Echte innerlijke vrijheid is vrijheid van angst en van hoop"

Hein Stufkens is een filosoof, dichter, schrijver en zenleraar, die zich door het christendom laat inspireren. Boeken van hem zijn onder meer: Het zevenvoudig pad van Franciscus van Assissi en Verlicht en verlost: boeddhisme in ons dagelijks leven. Waar kunnen zen-studenten volgens hem kracht uit putten? 

Hein Stufkens
Fotografe Martje van der Heijden

Wat geef jij nu, juist nu, mee aan zen-studenten?
Dit is een ideale tijd om je los te maken van conditioneringen. Wil je het werk wel blijven doen waar je zoveel aan ontleende? Zou je niet een stapje terug willen doen? En is dit niet de ideale situatie om je relaties te herijken? Wie of wat is echt belangrijk in je leven? Welke ballast is er allemaal aan je blijven kleven in de loop der jaren… Wie ben je als je even niet samenvalt met je baan, je sociale netwerk, je prestaties? Hoe kan je terug (of vooruit) naar ‘het gezicht van voor je geboorte’?
Zelf beleef ik deze tijd als een sabbat-tijd die ik mezelf misschien niet gegund zou hebben, maar die ik als een geschenk aanvaard. En in het grote geheel: het is een open deur, maar crisis is kans. En deze crisis is een enorme kans voor ieder van ons individueel en voor de samenleving in al zijn sectoren om te kiezen voor een andere manier van (samen)leven.

Niet iedereen zal in deze crisis deze ruimte voelen. De huidige crisis draait ook om onzekerheid, die natuurlijk met angst verwant is. Men vraagt zich af: wanneer kan ik me weer onder de mensen begeven? Hoe zal het gaan met mijn dierbaren die kwetsbaar zijn? 
De twee haken waaraan ons ego zich vasthecht zijn angst en hoop. Dat zijn precies de twee gemoedsbewegingen waar veel mensen door de corona-gekte door getackeld worden. Echte innerlijke vrijheid is vrijheid van angst en van hoop. Daarbij is het diepe besef van de vergankelijkheid een grote hulp. Als we de vergankelijkheid durven aankijken en omarmen trekken we de angel uit de angst – die uiteindelijk doodsangst is – en voeden we onze hoop niet met allerlei fantasieën over dat straks alle problemen weer opgelost zijn.

Je hebt last van onzekerheid zolang je nog de illusie koestert dat er iets te controleren of te beheersen valt. Op het toilet hier hangt de tekst: ‘Relax, nothing is under control’. En een vriendin van mij zegt, als ik eens bang of onzeker ben, altijd deze troostrijke zin tegen me: ‘Alleen wie dood is, is buiten levensgevaar!’ Humor helpt ook enorm bij angst en onzekerheid. Een van de dingen die me in zen zo aantrekken is het grote gevoel voor humor en het vermogen om angstige hersenspinsels te relativeren. Zie het als je monkey-mind, en keer steeds terug naar the Big Mind, waarin je wijs en vrij en onbezorgd bent. Stuur die controlefreak van de ego met pensioen en hijs de witte vlag. Geef je over.

Er wordt ook veel verdriet gevoeld over het onvermogen om anderen te helpen, mensen met psychiatrische problemen bijvoorbeeld. Wat zeg jij tegen deze mensen, als spirituele leraar? 
Dan zeg ik: jij bent God niet. Waar jij de zorg voor de ander moet loslaten, om welke redenen dan ook, mag je erop vertrouwen dat er gezorgd wordt. Een leraar van mij zei ooit, toen een leerling boos was omdat zijn broer aan kanker was overleden: ‘Who knows what was in his agenda?’ Er is een andere agenda dan de onze. En die veegt onze plannen en ideeën, ook die over onze onmisbaarheid, steeds weer van tafel.

Tot deze inzichten ben jij waarschijnlijk ook niet zomaar gekomen.
Zolang ik me herinner ben ik me bewust van onze sterfelijkheid. Misschien begon dat toen ik de eerste dode van mijn leven zag, mijn grootvader. Ik was toen acht jaar. Later werd dat besef nog eens stevig gevoed door een ernstig auto-ongeluk dat ik meemaakte toen ik zestien was. Toen ik tot mijn verbazing levend en zo goed als ongeschonden uit de totaal vernielde auto kroop dacht ik: laat ik me de rest van mijn leven bezighouden met dingen die er écht toe doen! Ik heb er in mijn leven ook enkele keren alleen voorgestaan: na de breuk met mijn ouders in mijn studententijd, of bij mijn echtscheiding toen ik ongeveer 35 jaar was. Ik voelde me daarbij enorm op mezelf teruggeworpen. Maar daaronder was er altijd een besef van een dragende kracht, hoe je die ook noemt: Ongrond, Tao, God, Boeddha. Maakt niet uit. Tegenwoordig wandel ik vaak langs een enorm Boeddhabeeld dat hier in de buurt staat, en dan klinkt in mij altijd deze zin:

‘How big your problems may be, the Buddha is bigger!’.  

Andere oneliners die mij nu bijzonder treffen:  

  • ook dit gaat voorbij
  • de weg is niet moeilijk voor wie zonder voorkeur is (Hsin Hsin Ming)’

Dat helpt, zeker nu ik te maken heb met een volgende crisis in mijn eigen leven: de toenemende dementie van mijn lieve echtgenote.

Zen Centrum Amsterdam is een zenboeddhistisch centrum, maar met een zeer mystieke inslag. Ook christelijke, mystieke bronnen zijn een leidraad. Hoe kunnen we het lijden van mensen in de wereld in corona-tijd bezien vanuit dit perspectief? Bijvoorbeeld: wat als Franciscus een Zoom-preek zou houden, wat zou hij zeggen? 
Waarschijnlijk zou hij dan als goede middeleeuwse katholiek zeggen – zoals hij ook deed in een brief aan de zusters van Clara – dat ze als ze overleden zijn in de hemel gekroond zullen worden, letterlijk ‘coronata’ in het Italiaans. Franciscus noemde de dood zijn zuster. Maar hij zou zeker als eerste onverschrokken de zieken zijn gaan verzorgen, zoals hij in zijn tijd deed met de melaatsen. En hij zou veel voor ze bidden. Hij was een nauwe geestverwant van zenmeester Dogen, die zei: heel de dag bid ik in mijn hutje deze deze bede: ‘May compassion envelop the world’. Dat laatste kunnen we allemaal nu doen, waar we ook zijn en hoe het ook met ons is.

Inspireert deze periode je ook tot schrijven?
Ik heb net een nieuw boek gepubliceerd, samen met Annemiek Schrijver. Het heet ‘Lekenpraat’ en houdt een aantal teksten uit de Bijbel tegen het licht. Op dit moment ben ik het merendeel van de tijd in beslag genomen door de ziekte van mijn lieve Brigitte, en door de taken in ons centrum die ik van haar heb moeten overnemen. Dus van schrijven komt niet veel. Maar er groeit een nieuwe gedichtenbundel rond wat mij nu zo dichtbij bezighoudt.

Als voorproefje onderstaand gedicht:

Pas de deux
 

Jij danst met mij
de stilte in.
Ik volg je pas
na pas.
 
Jij leidt mij terug
naar het begin,
naar wie je was
voordat je sprak

of schreef of las:
zo transparant nog
voor het licht,
zo dicht bij je
oorspronkelijk gezicht.