Dromen van Jukai

Op 12 september mocht ik in het zencentrum de precepts geven aan Remco. Ik gaf aan Remco de dharmanaam Rujing, wat betekent “Suchness Purity”. Ik deed deze Jukai voor de allereerste keer. Ik dank Remco voor het vertrouwen. Ik vond het een enorme weelde om dit te mogen doorgeven aan Rujing. Rujing is ook de naam van de leraar van Dogen. Rujing Tiantong om precies te zijn.

Rujing Tiantong was een wezenlijke leraar voor Dogen. Hij leerde Dogen:

De beoefening van Zen is het wegvallen van lichaam en geest. Toen Dogen dit hoorde, was hij plotseling volkomen ontwaakt. Hij ging direct naar de kamer van de abt en offerde wierook. Rujing vroeg hem: “Waarom offer je wierook?” Dogen antwoordde: “ lichaam en geest zijn weggevallen.” Rujing sprak: “Lichaam en geest zijn weggevallen, weggevallen lichaam en geest.”  Dogen sprak: “ Dit is slechts tijdelijk, u moet me niet zonder reden bekrachtigen.” Rujing antwoordde: “ Ik bekrachtig je niet zonder reden.” Dogen vroeg: “ Waarom bekrachtigt u me niet zonder reden.” ? Rujing sprak: “ lichaam en geest zijn weggevallen. Dogen boog. Rujing sprak: “ Zelfs wegvallen is weggevallen.” Daarop zei Rujings jisha Huangping uit Fuzhou:” Het is geen kleinigheid voor een buitenlander om deze staat te ervaren. “ Rujing sprak: “ Hoeveel studenten hebben dit gezien? Bevrijd, mild en vredig, en de donder brult.”

Het zitten in zazen is de houding van de oude boeddha’s. Dat we ons lichaam mogen toevertrouwen aan zazen!

Remco: De ceremonie vond plaats in de staart van de periode van Corona-maatregelen en om die reden was de zendo maar spaarzaam gevuld. Dat nam niet weg dat ik me omhelsd voelde door vele armen. Armen van de leraren, familie en vrienden. Ik dank Julia voor haar fantastische begeleiding. Wat was het een bijzondere ceremonie. 

Jukai

In mijn eerste nacht na Jukai werd ik geplaagd door twee opmerkelijke dromen. 

In mijn eerste droom spoed ik mij naar de bovenste etage van een verzorgingsflat, waar mijn moeder verblijft. Noodweer heeft het dak doen instorten en het water komt met bakken de woonkamers in. Een groep oudjes strompelt over de galerij, begeleid door hulpverleners. Ik zeg: "Ik ben zen-boeddhist, ik kan helpen." Waarop een hulpverlener snauwt: "Goh, daar hebben we wat aan!"

In de tweede droom word ik op de bovenste etage van dezelfde verzorgingsflat een gammele lift in geduwd, plotseling vergezeld door mijn twee jongste kinderen. Eerst zet de lift zich traag in beweging, vervolgens duikt die met een rotvaart naar beneden. Vlak voordat we neerstorten, kijken m’n kinderen me aan. Eerst naar mijn rakusu, daarna met grote ogen verwachtingsvol in mijn ogen. "Papa, komt er nog wat van?"

Kortom, er is meteen iets om mee op het kussen te zitten ;-)