De playlist van: Dick Verstegen

Welke muziek geeft kracht in tijden van crisis? Waar luister je nu vaker naar? We vroegen het Dick Verstegen, oprichter van Zencentrum Nijmegen en Dharma-opvolger van Nico Tydeman.

Dick: "Mijn leven als zenleraar begon in 2000. Voordien was ik dagbladjournalist. Ik startte in 1961 als verslaggever van de Nieuwe Haagse Courant in de tijd dat je nog zes kranten had in Den Haag. Later werd ik Haags redacteur bij de NRC en begin 1970 kwam ik op de Haagse redactie van Brabant Pers. We werkten daar met vijf collega’s o.l.v. onze legendarische chef Lex Bruinhof die ooit zei: ‘Een goed verhaal schrijft zichzelf.’ Een uitspraak die ik nog wel eens in een teisho aanhaal. Als we één zijn met wat we doen, staan we niet meer ‘zelf’ aan het roer."

Dick Verstegen

Marc de Koninck en zijn coronaliedjes
Eén van mijn collega’s daar was Marc de Koninck die later een begenadigd buitenlands correspondent zou worden voor de Zuid-Oost Pers, o.m. in Brussel en Washington. Met Marc, die ook in Nijmegen woont, heb ik nog steeds goed contact en hij is eigenlijk altijd troubadour gebleven, eerst hoofdzakelijk in de krant (de troubadour bracht vroeger ook het nieuws), nu vooral in het levenslied. Hij is tevens hoofdredacteur van zijn eigen Liedejeskrant. En hij laat zich door van alles inspireren. Dat kun je mooi in zijn krant lezen en beluisteren. In deze barre en bizarre tijden van corona biedt hij ook troost met zijn eigen coronaliedjes, waarin hij humor paart aan weemoedigheid, een zeldzaam vermogen tot relativering en zelfspot. Ik luister er graag naar: Och, och, och 4 en Als deze boze droom voorbij is.

Om Marcs bezigheid als troubadour, nu meer dan ooit te eren, maak ik ook nog even gewag van het lied De Troubadour, waarmee Lenny Kuhr in 1969 het Eurovisie Songfestival won. Vorig jaar wonnen we ook, maar dit jaar gaat het niet door... vanwege de corona.

Marc de Koninck maakt ook kwatrijnen, korte gedichtjes van vier regels. En als bruggetje laat ik nu zo’n kwatrijn van hem volgen. Hij schreef het in 2016 bij het aantreden van Trump. Ook Leonard Cohen komt erin voor, vandaar, ik leg dat zo uit:

Donald Trump treedt weldra aan
Leonard Cohen is doodgegaan
Hier wil ik even mee volstaan
’t Geeft ‘t wel zo’n beetje aan

Leonard Cohen - Anthem
Ik ben namelijk, net als Marlous Lazal in deze rubriek liet blijken, dol op Leonard Cohen. Mijn favoriete song is Anthem en de mooiste uitvoering vind ik de Londense van 2008. Een lied van grote bemoediging met dat weergaloze Ring the bells als refrein.

Luid elke klok die dat nog kan               Ring the bells that still can ring
Vergeet toch je perfecte plan                 Forget your perfect offering
Er zit een barst in alle dingen                There is a crack in everything
Zo komt het licht daar binnen                That's how the light gets in

 
Van Morrison - It's all in the game
We hebben allemaal onze butsen en barsten en laten we vooral zien dat juist daar het licht naar binnen komt. Precies de boodschap die Winnie the Pooh in een recente film aan een wanhopige Christopher Robin brengt. Kijk tot het eind van deze korte trailer. Pooh beer ziet alleen maar een paar rimpels. We kunnen door de barsten heen leren zien. In mijn nieuwe boek Oh ja gaat het over dit soort ‘zien’. En daarbij voer ik ook de grondlegger van de soto-zen, de grote zenmeester Dogen zenji, ten tonele. Dogen voegt iets heel bijzonders toe aan ons getob met onze mentale beperkingen, obstakels en met onze gebrokenheid. (Even terzijde: Heel mooi vertolkt in Arid Song door Gregory Frateur van Dez Mona). Dogen zegt in feite dat we altijd last hebben en zullen houden van de filterwerking in ons zien. Dat is inherent aan ons mens-zijn. It’s all in the game. De Noord-Ierse zanger Van Morrison wist er alles van.

Als je het kunt zien en erkennen is er ook in onze gebrokenheid alleen heelheid. Die heelheid omvat immers ook de imperfectie. Denk aan de schilderijen van voddenschilder Jopie Huisman. Ik laat hem graag nog eens aan het woord. En nog een ander voorbeeld: Ooit een buitenbeentjes-tomaat gezien in de supermarkt? Lijkt niet op een tomaat misschien, maar volkomen uniek in zijn heelheid.

Ook de historische Boeddha was iemand die de nadruk legde op zien. Vaak wordt zijn appèl op onze waarneming vertaald als begrip, maar uit zijn eerste leringen blijkt dat het wel degelijk gaat om zien of inzicht: Laten we zien wat lijden is, wat de oorzaak daarvan is en vooral: laten we zien hoe we dat lijden kunnen opheffen, zegt hij en hij wijst daartoe op een weg met acht rijstroken. Dit zien (eigenlijk is het: ervaren) ontstaat niet uit intellectuele kennis of morele dwang maar uit verwondering, aanvaarding, niet-weten en ontroering. Alan Watts hield ooit een prachtige inleiding over de vier grote waarheden van de Boedda.

Brigitte Kaandorp - Ik heb een heel zwaar leven
Er is van alles ‘mis’ met de wereld, met anderen en met onszelf. Zeker. Lossen we dat op door strijd en geweld? Het christelijke begrip satan betekent eigenlijk tegen-stander.  Het woord duivel komt van diabolos. Dat betekent zoiets als: iemand die ergens iets doorheen gooit, iemand die iets wil bederven. Een spelbederver dus. Een tegenstander die ons de eenheid-van-mens-en-leven ontneemt – althans, ontnemen wil. En ik denk dat die spelbedervende kracht, als je het zo zou willen noemen, niet van buiten ons komt, maar in ons huist. Zo kan het idee in ons post vatten dat we een heel zwaar leven hebben en ik smul altijd van het lied van Brigitte Kaandorp over dit thema.

 
Allegri - Miserere Mei Deus
Bij de historische Boeddha heet deze spelbreker Mara. Zij is vergelijkbaar met onze westerse duivel. De Boeddha spreekt deze satan ergens aan als ‘huisbouwer’. Mara staat hier gelijk aan onze neiging ons terug te trekken in vooroordelen, ideeën, consumentisme, angst en ogenschijnlijke veiligheid. Die neigingen worden muren en scheiden ons af van de werkelijkheid zoals die is. Dat is ons dukkha, ons lijden, onze misère. In mijn ogen prachtig weergegeven in het Miserere Mei Deus van Allegri. Uit Wikipedia noteer ik: De beroemdste toonzetting is die van Gregorio Allegri. Deze wordt nog jaarlijks tijdens de Goede Week in de Sixtijnse Kapel uitgevoerd. Aanvankelijk was het verboden het stuk elders uit te voeren en de partituur werd dan ook zorgvuldig geheimgehouden. De jarenlange geheimhouding werd pas doorbroken toen de veertienjarige Wolfgang Amadeus Mozart met zijn vader in 1770 een bezoek aan Rome bracht. De jongen schreef het werk na beluistering uit het hoofd op. Later herhaalde Felix Mendelssohn-Bartholdy dit.

Maar door Mara, die slinkse huisbouwer, waar te nemen, in de gaten te krijgen, te doorzien, verliest ze haar kracht. Hij zegt: ‘O bouwer van dit huis, nu heb ik je in de smiezen! En daarom zul je nooit meer een huis in mij bouwen. Al jouw balken zijn vernietigd, al jouw dakspanten afgebroken! De geest heeft mijn conditionering doorbroken en daarmee mijn gehechtheid aan voorkeuren!’  Die conditionering, waarin ook onze vooroordelen en voorkeuren thuishoren, zijn niets anders dan inprentingen. Niet voor niets belooft een zenmonnik bij zijn wijding geestelijk zo thuisloos mogelijk te worden. Dat wil zeggen dat je je niet op sleeptouw wil laten nemen door je inprentingen en oordelen. Lees en herlees de Raisanmon van Keizan zenji. Ik zeg er ook iets over in Zensor 77 van het voorjaar 2017. Het lied dat ik nu aanbeveel heet Mara en is van de Albanese zanger Mentor Haziri. Ik vrees overigens dat de liedtekst niet veel met de inhoud van deze alinea van doen heeft. Maar in dit ene geval moet dat maar kunnen.

Humpty Dumpty
Zou het kunnen zijn dat deze ‘huisbouwerskracht’ ook zit achter wat wij de ‘zondeval’ zijn gaan noemen? In een grijs verleden lijken we als mensheid uit de eenheid te zijn gevallen. In Engeland is daar een mooi kinderversje over ontstaan:

Humpty Dumpty zat op een muur.
Humpty Dumpty maakte een enorme smak.
Hoeveel paarden en manschappen de koning ook had, 
Ze konden Humpty niet meer in elkaar zetten

Humpty Dumpty sat on a wall,
Humpty Dumpty had a great fall.
All the king's horses and all the king's men
Couldn't put Humpty together again.

 
Voor de liefhebbers: de meer diepzinnige interpretatie over Humpty’s (onze) val uit de heelheid kun je lezen in het boekje The Tao and Mother Goose van Robert Carter. Het rijmpje is al duizenden jaren oud en komt in ongeveer dezelfde vorm in praktisch elke Europese en Scandinavische taal voor.

De ‘huisbouwerskracht’ die ons uit de eenheid wil houden, kennen we allemaal.  Het is ook de kracht van het naar veiligheid en zekerheid strevende institutionele. Het leidt tot gestolde systemen en schriftgeleerden die alles zeker weten en gelijk hebben. Om die schriftgeleerden te vinden hoeven we niet ver te zoeken. De wereld zit er vol mee. Misschien eerder mannen dan vrouwen. Maar het is altijd goed de schriftgeleerde in jezelf te leren kennen. Je kunt die neiging daartoe zien! En dan komt meteen de bemoedigende boodschap van de evangelisten in beeld. Matteus en Lucas zeiden het al: Het koninkrijk Gods is in U. En de apocriefe Thomas zegt in logion 3: ‘Jezus zei: Als zij, die u trachten mee te slepen, tot u zeggen: ‘Zie, het Koninkrijk is boven de aarde”, dan zullen de vogels u vóór zijn. Als ze tot u zeggen: “Het is onder de aarde”, dan zullen de vissen in de zee u voorgaan. Maar het Koninkrijk is binnen in u en het is in uw zien. Wie zichzelf kennen, zullen het vinden; wie zichzelf kennen, zullen weten dat zij zonen zijn van de Levende Vader. Maar als u zichzelf niet zult kennen, dan leeft u in armoede en bent u die armoede.’ Zie voor het Thomas Evangelie ook het gesprek tussen prof. Gilles Quispel en Annemiek Schrijver in Het Vermoeden in 2014.

Voor alles geldt: herken en ontdek de meedogende, liefdevolle bodhisattva in jezelf. Dat gaat gepaard met de acceptatie van je eigen onvermogen, je beperktheid. Het is de kern van het vers van berouw dat wij reciteren bij de jukai ceremonie en shukke tokudo.

Al het kwade karma, van oudsher door mij begaan,
vanwege mijn beginloze begeerte,
haat en onwetendheid,
geboren uit mijn lichaam, mond en gedachten,
nu toon ik voor dit alles mijn berouw.

Bach - Erbarme dich
En ik vind dat dit samenkomen prachtig wordt weergegeven in het Miserere van Allegri waarover ik hiervoor al iets gezegd heb en ook in het Erbarme dich van de Matthäus Passion. Nadat de haan drie keer kraaide beseft de trouweloze Petrus wat hij heeft gedaan en smeekt hij God om mededogen.

De bodhisattva ben je dus zelf. Dat komt steeds terug. In koans en andere zenverhalen en in recitaties. Je bent zelf Avalokiteshvara, Manjusri, de Boeddha, de meester en je bent ook de vragende monnik, de stuntelige man of vrouw die geen benul heeft, de leerling. Het is bijna niet te bevatten hoe dat zit. Dat betekent ook dat een bodhisattva als Avalokiteshvara of Kwan Yin talloze gedaanten kan aannemen. Ze heeft niet alleen tienduizend handen en ogen om het lijden te zien, maar ook tienduizend gestalten waarin ze zich kan manifesteren om iemand te ‘redden’: om iemand te laten zien, de werkelijkheid van de eenheid.  De Maha Karuna CD Ingaan tot het hart dat luistert getuigt daarvan met de Soetra van Kwan Yin. Daarvan heb ik geen luisterfragment kunnen vinden. Het koor o.l.v. Ellen Deimann zingt hier wel de Hartsoetra.

Tot slot
Tot slot tijd voor de glimlach want ook de bodhisattva met al haar ogen en handen heeft het in deze barre coronatijd niet makkelijk...

Bodhisattva - corona